Interview met cosmetisch arts Awat Hassan

Wie is nu eigenlijk de persoon in die witte jas? De NVCG stelt graag de cosmetisch artsen KNMG die aangesloten zijn bij de NVCG aan jou voor. Om zo onze artsen beter te leren kennen, onze kernwaarden zoals Kwaliteit & Veiligheid te delen en te vertellen wat deze voor cosmetisch arts KNMG betekenen.

Deze keer is het de beurt aan cosmetisch arts KNMG Awat Hassan. Awat werkt het liefst elke dag: “Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt. Het liefst ben ik bezig met patiënten en lesgeven en de combinatie van beide geeft me ontzettend veel voldoening.”

Ben je op dit moment bezig in een boek?

“Nee, ik lees niet meer. Vroeger las ik zo’n 10 tot 12 boeken per week om mijn Nederlands te verbeteren. Nu lees ik enkel nog de boeken die ik nodig heb voor het lesgeven.”

Heb je hobby’s?

“Als ik vrij ben, ga ik graag shoppen. Ook kijk ik wel eens Netflix en sinds kort sport ik weer. Maar ik heb eigenlijk van mijn hobby mijn werk gemaakt.”

Wat is het beste advies dat je ooit hebt gekregen?

“Dat was van een psycholoog die mij erop wees dat ik altijd dokter zou blijven ongeacht de keuze die ik zou maken. En ook van mijn vader krijg ik regelmatig goede adviezen, hij support mij in alles wat ik doe.”

Hoe ben jij cosmetisch arts geworden?

“Toen ik met de opleiding Geneeskunde begon, had ik eigenlijk nog geen idee dat ik uiteindelijk cosmetisch arts zou worden. Ik had altijd de droom om tandarts te worden, maar door het lot ben ik toch Geneeskunde gaan studeren in Maastricht. Gaandeweg merkte ik dat ik de snijdende vakken het leukst vond, dus ik bedacht me om plastisch chirurg te worden. Zo besloot ik om het laatste jaar van mijn studie bij de plastische chirurgie te gaan doen. Eenmaal afgestudeerd, merkte ik toch dat ik meer kennis wilde hebben van de acute geneeskunde en ging ik op de spoedeisende hulp werken. Nadat ik daar een paar maanden werkte, liet een vriendin mij een aantal folders van Merz Aesthetics zien, een cosmetische praktijk in Duitsland, en zei mij dat ik eventueel opgeleid zou kunnen worden door Merz in Nederland. Ik heb gebeld en een paar dagen later kon ik starten met een training. Vervolgens werd ik voorgesteld aan een kliniek waar ze een arts zochten. De eigenaar van de kliniek had zoveel vertrouwen in mij en ik ben meteen aan de slag gegaan. Dit hele proces heeft twee weken geduurd en zo ben ik in de cosmetiek gerold.”

En hoe heb jij uiteindelijk je eigen kliniek opgezet?

“Voor 2,5 jaar heb ik de cosmetiek met de spoedeisende hulp gecombineerd. Ik wilde graag in de acute sector blijven werken, dus ik besloot om me op te leiden tot traumachirurg. Ondertussen bleef ik aan de cosmetiek denken. Uiteindelijk heb ik de traumachirurgie en cosmetiek 3,5 jaar gecombineerd. De cosmetische geneeskunde was in 2016 nog geen officiële specialisatie en had ook nog geen erkenning. Ik zat in een lastige situatie. Toen ik een gesprek had met een psycholoog, durfde ik pas de stap te zetten om volledig uit het ziekenhuis weg te gaan. De psycholoog wees me er terecht op dat ik als cosmetisch arts nog steeds arts zou zijn. Ook vroeg ze me waar ik op inspeel zodra ik een patiënt een cosmetische behandeling geef. Ik antwoordde dat dit voornamelijk een psychisch component is. Vervolgens vroeg ze mij of ik dit minder belangrijk vind dan het gipsen van een gebroken been. Eenmaal in de auto heb ik direct mijn ontslag ingediend in het ziekenhuis. Ik groeide van 4 tot 7 dagen per maand in de cosmetiek naar 7 dagen per week. Op een gegeven moment was ik medisch manager van de kliniek waar ik werkte en werd ik opleider van Merz. Inmiddels doe ik ontzettend veel in de cosmetische sector: ik ben trainer van Merz en UMA en ik heb twee vestigingen van mijn eigen kliniek.”

Wat spreekt je zo aan in de cosmetiek dat je hier uiteindelijk voor hebt gekozen?

“Je kunt met vrij kleine ingrepen, iemand heel blij maken. Wat je aan de buitenkant ziet, projecteer je ook naar de binnenkant. Sommige patiënten behandel ik vanaf 2016 en zijn nu dusdanig opgeknapt dat ze helemaal gelukkig zijn. Met een korte behandeling maak ik iemand blij voor een langere tijd en dat maakt het vak zo mooi: minimaal behandelen, maximaal resultaat. In tegenstelling tot het chirurgische werk dat ik heb gedaan, ben ik als cosmetisch arts ook een psycholoog. Ik probeer erachter komen waarom iemand een behandeling wil, wat zijn de achterliggende gedachten, waarom stoort iemand zich aan een kleine rimpel. Het is meer dan een prikje zetten.”

Hoe ziet jouw werkdag eruit?

“Eerst werkte ik altijd 10 uur per dag, 7 dagen per week. In de avonden leidde ik artsen op. Dit heb ik drie jaar volgehouden. Als ik een dag niet werkte, voelde ik me nutteloos. Ik ben het liefst bezig met patiënten en lesgeven en de combinatie van beide geeft me heel veel voldoening. Nu werk ik 9 uur per dag, 5 dagen per week. De rest van mijn tijd geef ik trainingen en workshops. In mijn eigen kliniek behandel ik tussen de 20 en 25 patiënten per dag. Mijn dag bestaat zowel uit behandelingen als consults. Ook geef ik de mogelijkheid om na een consult direct te behandelen. Mocht ik al een klein beetje twijfel voelen, dan behandel ik niet en stuur ik een cliënt naar huis om na te denken.”

Had je vroeger altijd al de droom om arts te worden?

“Ja zeker. Ik kom uit Irak en woon nu 23 jaar in Nederland. Mijn nicht in Irak wilde arts worden en als klein kind keek ik altijd al heel erg tegen haar op. Iedereen had het altijd over haar: hoe slim ze was en dat ze dokter zou worden. Toen zei ik als vijfjarige tegen mijn moeder dat ik net als zij dokter wilde worden. En dat idee is altijd blijven hangen. Op een gegeven moment wilde ik toch tandarts worden, maar ik verhuisde toen naar Maastricht voor de liefde. Daar was geen opleiding Tandheelkunde, dus koos ik voor Geneeskunde. Gelukkig maar, want daar ben ik nu heel blij mee. Ik moet er niet aan denken om tandarts te zijn. Ik geloof echt in het lot. De dingen zijn voor je bepaald.”

Als je geen cosmetisch arts was geworden, wat zou je dan zijn geworden?

“Dan was ik chirurg. Maar als ik een beroep uit een ander vakgebied zou kiezen, zie ik mezelf ook als stewardess werken. Ik houd van een onregelmatig leven. Toen ik in de spoed werkte, vond ik de onregelmatigheid heel prettig. Ik ben ook echt een nachtmens, dus als ik de kans krijg, slaap ik overdag. In de nacht werken, is heel bijzonder. Iedereen slaapt terwijl jij aan het werk bent. Het is lekker rustig. Een beroep waar ik ook vaak over nadenk, is forensisch arts. Daar heb ik ooit een stage in gedaan en dat beroep wil ik ooit nog een keer doen. Dan combineer ik het wel met de cosmetische geneeskunde, want als ik één ding doe, is het niet uitdagend genoeg. Ik heb altijd alles gecombineerd: studeren en een bijbaantje, de spoedeisende hulp en de cosmetiek, injecteren en managen en nu voornamelijk injecteren en lesgeven. Dus ik ben altijd meerdere dingen tegelijk aan het doen.”